Het besef dat er zoiets bestáát als een borduurmachine had zich vastgegrepen in mijn brein: ik droomde over de kleurtjes garen, hoorde het geratel terug in de vastlopende ketting van mijn fiets. Echt ik overdrijf niet.

Terwijl ik me de eerste dag in de textielwerkplaats liep te ergeren aan mijn onvermogen letters in stof te naaien had slechts een paar meter bij me vandaan een borduurmachine staan pruttelen. Er hoefde niet eens iemand bij in de buurt te zijn. Je gooide er een opdracht in en er kwam een gedicht uit. Kind kan de was doen. Ik móest terug.

Jeske legt me geduldig uit hoe het apparaat werkt. Het blijkt computergestuurd. Je moet het beestje exáct vertellen wat ie moet doen en dan doet ie het na. De afgelopen weken heeft het hele vrije ruimte project zich gevormd rondom het thema dood. Het kwam door de serie dode dieren die ik maakte en waar ik niet meer mee kon ophouden. Het beeldmateriaal leek ineens zo mooi samen te gaan met de houten lijstjes die ik maakte en de metalen hangsystemen.

In 2015 debuteerde ik met de bundel Gedachten over een mogelijk einde die ontstond na de dood van mijn oma. De dood vergezelt mij mijn leven lang al. Niet als onwelkome gast maar als reminder. Iemand die zich zo nu en dan en altijd in verschillende gedaanten aan mij voordoet om me te laten weten: op een dag kom ik voor jou dus neem het er maar van! Ik zwaai dan even, knipoog soms, laat haar weten dat ik ervoor zal zorgen dat ik m’n best doe er klaar voor te zijn als het zover is en vraag of éérst nog even buiten mag spelen. Tot nu toe mag het.

Mijn oma werd zesennegentig. Ze had haar best gedaan iedereen in haar leven op grote afstand te krijgen zodat mijn moeder, haar man en ik de enigen waren die aan haar sterfbed zaten. Ik kroop de laatste drie nachten van haar leven bij haar in bed. Ze was klein en tenger, van vergelijkbaar formaat als mijn kinderen, destijds beiden op de lagere school.

Aan die bundel moest ik denken gedurende dit hele proces en ik koos er een paar gedichten uit naast wat recenter werk en prikte het stickie in de computer die was aangesloten op de borduurmachine.

Jeske legt me uit wat ik moet doen om het lettertype te bepalen, de afstanden, formaten, kleuren, alsof het doodeenvoudig is, maar dat is het niet. Ik snap er niets van! Zoals altijd als er te veel informatie op mij afkomt, informatie waarvan ik het idee heb dat ik het niet kan omvatten, blok ik het bij de ingang. Ik filter eruit wat ik nodig heb om van start te kunnen en concentreer me daarop. Als ik daar ben, wacht ik even. Ik haal koffie, kijk even wat de rest doet, ga weer zitten. Nu heb ik stap 1 gezet. Stap 2 blijk ik wel gehoord te hebben en ik kan de informatie terughalen en alsof verwerken. Bij stap 4 loop ik alsnog vast maar Jeske is bereid om me opnieuw verder te helpen.

Studeren leek me gewoon ontzettend lang duren. Ik vond zo veel leuk. Toen het tijd was om te kiezen, na de havo, kon ik me niet voorstellen dat ik me dan vier jaar lang op een ding zou gaan concentreren. Daarnaast leek het me alles bij elkaar knap moeilijk. Ik was best goed in dingen (lachen, uitgaan, drinken, dansen, jatten, brutaal zijn, schoppen, verliefd worden) maar léren was er niet een van: ik kon niet automatiseren, werd vreselijk zenuwachtig van moeten reproduceren. Dat gíng gewoon niet, mijn hoofd maakte voortdurend eigen plannetjes en dat was doorgaans niet wat er van mijn hoofd werd gevraagd.

Dus ging ik wat anders doen: werken, reizen, werkend reizen, moeder worden. Dat ik in de tussentijd ontzettend veel leerde kwam niet in me op. Ik deed maar wat en kon het dan op een gegeven moment. Niet veel anders dan dat ik aan het eind van die tweede dag in de textielwerkplaats aan die borduurmachine zit eigenlijk.

Er rolt een heel gedicht uit het apparaat. Ik heb de volgende al voorbereid: kleur gekozen, formaat, lettertype. Ik weet welke stof ik wil hebben en kan zelf heus dat garen wel in de machine rijgen. Leren is het leukste dat er is. Ik denk eraan op de weg naar huis. Wat zou het voor mij hebben betekend als ik het zo had kunnen zien vroeger? Er is niet één manier om te leren. Iedereen heeft zijn eigen manier om te leren en als een kind de ruimte krijgt die manier te ontdekken, krijgt het niet alleen veel plezier in leren maar leert het ook meer. Wéér wat geleerd.