What the world needs now is wreckless curiousity | Andrew Bird

Nieuwsgierigheid
{ volgens Dikke van Dale 2020}
nieuwsgierigheid zelfstandig naamwoord • de v • nieuwsgierigheden
1het nieuwsgierig zijn
= curiositeit (3)•
«Iets willen weten, dat hongerige ge-voel, dat noemen ze ook wel nieuwsgie-righeid.»
Martin Bril en Dirk van Weelden•
de nieuwsgierigheid (op)wekken, prikke-len•
branden van nieuwsgierigheid
die nieuwsgierigheid nauwelijks kunnen bedwingen•
iemands nieuwsgierigheid bevredigen
2begeerte naar kennis= weetlust

Ik

Aan de vooravond van de eerste van een serie poëzielessen, werd ik gebeld door de directrice van de basisschool. Ik was verbaasd want het contact verliep tot nog toe via de cultuurcoördinator. Ze slikte even voor ze van wal stak en sprak toen: ‘Heidi, het spijt me maar je mag de kinderen niet meer aan de schoolmuren laten likken.’

Ik startte het ontwerpen van mijn poëzielessen voor het PO ooit met een zelfonderzoek. Ik vroeg mij af: wat maakt mij dichter? Natuurlijk: ik schrijf gedichten en mijn werk wordt gepubliceerd, maar hoe kóm ik tot een gedicht? Waar dicht ik over? En vooral; waaróm vind ik het interessant?ik 2012 – courtesy Geukens & De Vil

Ik kwam tot de volgende eigenschappen/ vaardigheden die van groot belang leken te zijn voor mijn dichterschap: nieuwsgierigheid, onderzoekend vermogen, de wens te begrijpen, creatiedrang.

In mijn geval voltrekt het dichtproces zich doorgaans aan de hand van precies die vaardigheden en meestal ook in bovengenoemde volgorde: mij valt iets op, ik wil weten hoe dat zit, ik duik daar volledig in/ zet daarbij al mijn zintuigen op scherp, probeer aan de hand van mijn bevindingen te begrijpen (spaar daarbij mijzelf niet) en vervolgens in mijn eigen bewoordingen weer te geven en tadááá: een gedicht.

Ik concludeerde dat het meer was dan een rijtje vaardigheden die ik nodig had om te kunnen dichten. Ik had ze nodig om goed te leven.

Poëzieonderwijs 

Als we spreken over poëzieonderwijs moeten we volgens mij een onderscheid maken in drie verschillende doelstellingen van poëzieonderwijs. Voor de duidelijkheid zet ik deze even uiteen:

  • Allereerst is daar poëzieles waarin we leren wat poëzie is en hoe de dichter poëzie maakt. We behandelen verschillende vormen van poëzie, leren over stijl, vorm, inhoud etc..
  • Ten tweede is daar poëzieles als les creatief schrijven met als doel de schrijfvaardigheden te versterken, het lees-&schrijfplezier te vergroten en de taal eigen te maken.
  • Ten derde is daar poëzieles als les in nadenken, in grenzen verleggen en vaste denkpatronen leren herkennen, deze doorbreken, als les in ruimte nemen en geven, formuleren en presenteren. Bij deze laatste vorm is de poëzie een middel. Het gaat immers om het creatieve proces en niet om het eindproduct. Voor poëzie zou je ook een andere kunstvorm kunnen inzetten.

Uiteraard kunnen de verschillende doelstellingen in de lessen naast elkaar worden beoogd. In mijn lessen aan het PO en VO ligt het zwaartepunt op de derde doelstelling.

(wordt vervolgd)