Na een kleine week te hebben uitgewaaid en tegelijk mijn literaire hart te hebben opgehaald op Schiermonnikoog waar het festival Meet Me at the Lighthouse gaande was, zat ik maandagmorgen weer doodnormaal achter mijn laptop mijn agenda bij te werken toen de mail van Uitvaartmeneer binnenkwam: aanstaande woensdag wordt de heer Andries Jan Vader begraven, er is geen familie. Kun jij er zijn?
Ik hoefde het niet na te kijken om te weten dat dat niet zou gaan. Woensdag, vandaag dus, zit vol met poëzielessen, praten over poëzielessen en vanavond de Boekenproeverij in de Bibliotheek.
In de kleine drie jaar dat ik nu stadsdichter van Nijmegen ben, is de uitvaart van De heer Vader de tiende eenzame waar mijn aanwezigheid wordt gevraagd. Bij zeven uitvaarten kon ik zelf aanwezig zijn en een nieuw gedicht voorlezen. Eén uitvaart viel in mijn vakantie en werd liefdevol overgenomen door Victor Vroomkoning. En voor één uitvaart lukte het me wel om een gedicht te schrijven maar niet om aanwezig te zijn. Mijn lief Tsead Bruinja vulde betrokken die lege plaats op.
Andries Jan Vader werd op 15 november 1941 geboren in Bandoeng. Hij overleed afgelopen 10 november in Nijmegen. Naar wat er in die tussenliggende 82 jaren is gebeurd kunnen we slechts gissen. De geschiedenis geeft ons weliswaar wat aanknopingspunten maar geen daarvan geeft ons antwoord op de vraag wat Andries het liefste at, welke plaat hij oneindig vaak kon draaien, wie hij miste, waar hij naar verlangde en wat hij hoopte te hebben bereikt in zijn leven.
Om elf uur vanmorgen stond ikzelf voor groep 6 van de Montessorischool in Dukenburg. De klas was onrustig; het was eigenlijk tijd om buiten te spelen maar dat renkwartiertje was er door slechte planning bij in geschoten. Daarom kon Mohammed nu niet stoppen met trappelen, moest Esmee nog naar de wc en had Joey zijn buitenschoenen nog aan. Ik dacht pas weer aan meneer Vader toen de les voorbij was en ik met mijn kist en stapel boeken de school uitliep. Het regende pijpenstelen. Pas op de grote rotonde schoot hij mij te binnen.
Meneer Vader had geen kinderen en er is geen verdere familie meer in leven. Geen van de acht stadsdichters die Nijmegen in de afgelopen twintig jaar heeft gehad, was in de gelegenheid vandaag om elf uur op Rustoord konden zijn. Daarmee is meneer Vader vandaag helemaal alleen en op zijn verjaardag begraven en dat spijt me.
Ik geloof niet in dolende zielen. Niet in God, geesten, niet in leven na de dood. Ik geloof wel in mijzelf, de ander en de Liefde die we delen. Ik geloof in wat wij voor elkaar kunnen betekenen. Misschien kunnen we niets meer doen voor meneer Vader, maar wel voor elkaar. Laten we in de naam van Vader, zonder zoon of heilige geest even wat liefde delen, wat liefs delen. Hoe dan ook. Met wie dan ook. Gewoon omdat we er zijn. Omdat het kan. Omdat we elkaar hebben. En omdat dat niet vanzelfsprekend is. Niks niet.
Mooi Heidi, ik stuur je een glimlach en een klopje op je schouder…
Ik wordt er stil van….
Mooi. Dankjewel.
Fijn. Dank voor het lezen.
Wat prachtig en schrijnend en recht uit het hart. Dankjewel.