Vorige week begroef ik op een stille woensdagmorgen samen met drie uitvaartmedewerkers Albertus Reijmes. Ik was de dag ervoor langs het huis in Arnhem geweest waar hij lang had gewoond, had naar binnen gegluurd en links en rechts aangebeld om buren te spreken. Een aantal was niet thuis, sommigen kenden hem niet, een enkeling had hem wel eens gesproken.

Afgelopen weekend ontving ik een lange mail van een van de buren die ik niet te spreken had gekregen in mijn zoektocht naar enige persoonlijke informatie over Albertus die door het leven ging als Ab, zo schrijft ze. De hele gang van zaken heeft haar tamelijk verbaasd en ik deel die verbazing als ik lees hoe twee agenten aanbelden bij de buren en zonder zich voor te stellen of de situatie toe te lichten “vreemde vragen begonnen te stellen” over Albertus. Of hij een huisdier heeft bijvoorbeeld. Vervolgens proberen ze of de voordeur makkelijk te forceren is. Er wordt niet verteld dat Ab dood is, noch wordt er gevraagd of iemand nauw contact had met hem ook niet of iemand wellicht een sleutel heeft. De agenten zitten nog even op het speeltoestel voor het huis voor ze vertrekken. Niemand uit de buurt weet op dat moment nog wat er met Ab aan de hand is of waar hij is gebleven.

Enkele dagen later komt er weer een vreemde aan de deur. Dit keer was ik het die komt vragen of iemand Albertus heeft gekend. Ik heb iedereen die ik gesproken heb wel degelijk verteld wat ik wist en waar en wanneer Ab begraven zou worden, maar nu realiseer ik me dat ik in een moeite door natuurlijk bij iedereen ook even een briefje in de bus had kunnen gooien. Op dat idee ben ik eerder helaas niet gekomen.

Na negen eenzame uitvaarten in Nijmegen weet ik inmiddels enigszins hoe het werkt wanneer iemand komt te overlijden en er zit geen nabestaande aan het sterfbed: de gemeente van de plaats waar diegene is overleden (dus niet de gemeente van de plaats waar de overleden heeft gewoond) gaat in de gemeentelijke basisadministratie na of er nog familieleden in eerste of tweede graad leven. Als dat het geval is, wordt er contact met hen opgenomen. Ook wordt er nagegaan of er een uitvaartverzekering is afgesloten. Als dit niet het geval is, wordt aan de familieleden gevraagd of zij bereid zijn de organisatie én de kosten van de uitvaart op zich te nemen. Als men de kosten niet kan of wil dragen, is men nog steeds wel welkom op de uitvaart. Ook dus wanneer de gemeente alle zorg daarvoor op zich heeft genomen. Dit is niet altijd duidelijk. Ik heb wel eens van andere stadsdichters vernomen dat geïnteresseerden uit het zicht van de uitvaartmedewerkers in stilte aanwezig waren bij de uitvaart, als de dood dat hen later een rekening zou worden gepresenteerd. Dat is dus niet nodig. Niemand is verplicht de uitvaartskosten van een ander over te nemen.

Alleen wanneer niemand van de betrokkenen bereid is te komen word ik als stadsdichter gevraagd aanwezig te zijn, dán spreken we dus van een eenzame uitvaart.
Nu zal het voor velen van ons gelden dat we sommige vrienden meer als onze familie beschouwen dan onze directe familieleden. En dus is het zo jammer dat we die vrienden niet kunnen terugvinden wanneer er niets is geregeld. Hetzelfde geldt voor buren. Ab maakte geregeld een praatje met zijn buren. De schrijvende buurvrouw vertelt me erover. Hoe hij niet overkwam als een eenzame man, eerder als iemand die bewust een teruggetrokken leven leidde. Ab leek ook niet op iemand die ieder moment kon omvallen, want stond bekend als actief; hij wandelde en fietste veel. Van een andere buurman hoorde ik eerder al dat hij geregeld op de fiets naar de bieb ging. Kennelijk dus ook in zijn bovenkamer nog actief. Ab heeft zich misschien nooit gerealiseerd dat de dood zo dicht op zijn huid zat en om die reden nooit meer de moeite genomen om iets te regelen?

Van de agenten die links en rechts hebben aangebeld weet ik uiteraard niets. Ik weet wel dat het hun verantwoordelijkheid niet was om mensen op de hoogte te brengen van Abs overlijden. Hun taak was waarschijnlijk te beoordelen of er zaken in zijn huis waren waar dringend naar om gekeken moest worden, zoals een huisdier of een pan goulash op laag vuur. Maar in één moeite door hádden ze natuurlijk wel iedereen op de hoogte kunnen brengen van Abs overlijden. Dan hadden ze meteen bekend kunnen maken waar en wanneer Ab begraven zou worden. Dan was de tam tam rondgegaan en had de schrijvende buurvrouw vóórdat de uitvaart al had plaatsgevonden naar de buren waar Ab jaren naast had gewoond en die vorig jaar waren verhuisd, kunnen bellen om het slechte nieuws te brengen. En dan was dat gezin gewoon aanwezig geweest vorige week woensdag, om samen met een aantal andere omwonenden afscheid te nemen van hun eigenzinnige en vriendelijke buurman Ab, die niet eenzaam was geweest maar gewoon een teruggetrokken bestaan leidde.