Voor de deur van de begraafplaats staat een grote container. Een man komt met een zak puin uit het kantoor en smijt hem over zijn hoofd de bak in. Ik parkeer ernaast. Stof waait over mijn motorkap.

De lijkwagen staat al op het binnenhof geparkeerd. Soms wachten we ook stilzwijgend naast elkaar tot de grote wagen de oprit opdraait. Dit keer zijn we allemaal mooi op tijd. Het is mijn zevende eenzame uitvaart.

Binnen in het kantoor schalt We will rock you door de speakers. De begrafenisondernemers staan bij elkaar en bewonderen de net gelegde vloer. De man die in mijn telefoon staat onder de naam Begrafenismeneer stampt even op de grond: ‘Pvc?’ De ander knikt, onder de indruk kennelijk van de specifieke kennis. Ik vraag me af of ik het wel goed verstaan heb, de vloer lijkt van echt hout.

Alsof er een belletje geklonken heeft, lopen we allemaal tegelijkertijd naar buiten. Ik leg mijn hand op de stalen kar en help de zware wagen voor de klep van de auto te draaien. Twee man tillen met gemak de eenvoudige houten kist uit de laadklep. Een kiekje van de naam in het hoekje van de kist. Iemand peutert het stickertje eraf. Wat blikken worden uitgewisseld. Staat ie vast? En dan lopen we naar een nieuwe plek. De twee graven waar ik de vorige zes keer was, en toekeek hoe de verse kist of die van de vorige eenzame uitvaart zakte, zijn inmiddels vol.

We zijn stil. Ik lees langzaam het gedicht voor. De kist zakt een beetje scheef het gat in. Iemand heeft de takken laurier die eronder liggen niet gelijkmatig verdeeld. Het geeft niet. Om beurten blijven we stilstaan aan het voeteneind en maken ieder ons eigen gebaar het gat in. Ik denk: dag Jutta, en voel me meteen een uitslover om haar naam te gebruiken alsof we vriendinnen zijn geweest, alsof ik haar huis voor haar heb leeggeruimd, alsof ik alle nabestaanden persoonlijk heb opgebeld om hen te vertellen dat hun zus, moeder, vriendin, buurvrouw helemaal alleen in het ziekenhuis in een ander land is overleden. Niets van dat is gebeurd.

Als we nog geen tien minuten later opnieuw op het binnenhof staan, concludeer ik hardop dat dit de snelste was tot nu toe en vraag in een zin door of iemand nog iets meer te weten is gekomen.

Ze is geboren in Kleve. Geboren en getogen en overleden in het Radboud. De gemeente van de plaats waar iemand is overleden is verantwoordelijk voor de begrafenis. Mevrouw Jansen stond onder bewind. Haar bewindvoerder was niet bereid de begrafeniskosten op zich te nemen. Noch was de gemeente Kleve dat. De gemeente Nijmegen was het verplicht en zo kwam het dus dat iemand helemaal alleen in een land dat niet haar thuisland is, in een graf waar binnen nu en pak-em-beet- drie maanden nog iemand op zal landen, wordt begraven. Totdat iemand haar ophaalt en mee naar huis neemt.

Op de terugweg rijd ik door naar het centrum en parkeer onder de markt. Ik haal peren, avocado’s, citroenen, een groot stuk kaas en twee harinkjes en neem me voor thuis de verwarming aan te zetten en even niet te denken aan de energierekening.

Jutta Jansen

Kleve 14-9-1961

Nijmegen 19-11-2022

 

Jutta Jansen
Kleve 14-9-1961
┼Nijmegen 19-11-2022

Ik zal je naam een plek geven
naar je huisadres over de grens rijden en
aanbellen bij de buren Ik zal meer
moeite doen dan ik nu deed omdat het
weekend was en jij zonder verhaal op zak
op een zaterdag overleed

Vielleicht versuche ich es auf Deutsch
Ich probiere etwas zu machen von deiner Name
etwas zu finden in deinem Geburtstag aber Google sagt mir nur
das schöne Tage auf dich warten
Die lügen, die lügen alle

Schaam je nergens voor
Niet voor dit koude overlijden
de opkomst niet
voor het vege lijf

We leggen je hier te ruste
Kerven geen naam in marmer
Tekenen geen grafrechtcontract
Maar wachten tot iemand je komt halen of
zich op zijn minst
bij je voegt.