Er is een nieuwe man in mijn leven. Hij is zó nieuw dat hij zelfs nog een beetje glimt. Verder is hij lang en heeft hij krullen. Soms, als hij buiten is geweest heeft hij ook nog rode wangen.
Hij was er ineens, hoewel dat natuurlijk niet helemaal waar is want er ging een beetje bozige installatie van Tinder aan vooraf. Die installatie kwam nadat de Liefde me voor de zoveelste keer níet kwam opzoeken in de koude boshut. Dus, de volgorde is ongeveer: Afwezige liefde, kortstondige Tinderapplicatie, contact met de nieuwe man. Dat is allemaal al weer even geleden. Het was niet geheel de bedoeling dat de verveelde Tinder applicatie ineens zou leiden tot een nieuwe man in mijn leven. Het leek me meer een welkome afleiding. Verder was ik van plan mij niet meer zo bezig te houden met zaken rondom liefde en wat er zoal voor doorgaat. Maar dat liep dus anders.
In groot contrast met de Liefde, die zo’n groot onderdeel van mijn leven was de afgelopen anderhalf jaar, is deze man beníeuwd naar mij en mijn leven. Hij komt in mijn huis. Ik kijk een beetje hoe hij zich in mijn huis beweegt. Vrij soepel eigenlijk, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, maar dat is het natuurlijk niet. Hoewel het snel went. Hij is ook benieuwd naar alles wat ik doe. Hij vraagt daar naar; wat ik doe, hoe ik dat doe, waarom ik dat doe. Dat vind ik leuk. Ik heb mezelf allang niet meer zo veel horen praten. Hoewel dat waarschijnlijk ook onzin is.
Hij wil ook nog alles zien. Ik roep nog een beetje: Hoho, maar dat stelt weinig voor. Ik vind het al snel fijn om hem alles te laten zien. Hij wil zelfs De Duik met me doen. Dat doen we. Het is een fijne duik. Hij staat op mijn strand, met zijn krullen en zijn glimmende mannenlijf.
Tussendoor bel ik met de Liefde, de altijd afwezige liefde. Ik vertel hem over de nieuwe man. Hij is stil aan de lijn. Het was niet zijn intentie om altijd afwezig te zijn, en hij weet dat hij het evengoed altijd was; afwezig. We verklaren elkaar de liefde nog maar weer eens een keer. Een andersoortige liefde dit keer, die van in mijn hart, ja jij ook, en loslaten en gunnen en ga maar enzovoorts enzoverder. De theatrale kant van het leven is ons niet vreemd.
Ik vertel de man over dat gesprek. Ik kijk naar de man. Hij heeft lieve ogen, mooi ook. Ik wil steeds wat dichterbij hem kruipen. Hij is ineens niet meer ‘de nieuwe man’. Hij wordt ook een beetje de Liefde, steeds meer eigenlijk. Best vlot ook nog. Man wat gebeurt er?
Hij trekt me een beetje tegen zich aan. Hij heeft zelf ook nog een Liefde, een oude, een nieuwe, en God weet wat nog meer. Maar nu ben ik hier met hem en dat is fijn. Nee, dat is meer dan fijn. Ik glunder daar van: rode wangetjes en krullen. Hup die waal in om af te koelen, rondjes rennen om weer warm te worden, maar dat blijkt niet nodig vandaag. Ik ben dat al. Al die liefde toch, wat een gedoe. En wat mooi. Wat een mooi gedoe.
Laat een Reactie achter