Het is exact tien jaar geleden dat ik bericht ontving van De Schrijversvakschool Amsterdam. Arie van den Berg mailde mij: het verheugt me je te berichten dat je bent toegelaten tot het basisjaar.
Tot die tijd was Amsterdam een stad waar ik heel zelden kwam, slechts een paar keer per jaar voor een vrienden- of museumbezoekje. Vanaf dat moment kwam ik er wekelijks. Ik reisde iedere week ’s morgenvroeg van Nijmegen naar Amsterdam om om tien uur klaar te zitten voor de eerste les. In de pauze struinde ik door de stad. Eerst, toen de opleiding nog achter de PC Hooft gevestigd was, liep ik in mijn pauze even over de Albert Cuyp of door het Stedelijk. Later slenterde ik in de middagpauze even door de Negen Straatjes. Soms als er een avondprogramma was, regelde ik een slaapplek en bleef ik wat langer hangen. Áltijd was ik ook blij de stad weer te verlaten.
Begrijp me niet verkeerd: ik was graag in Amsterdam, genoot van de drukte en van al dat gedoe, maar die drukte en al dat gedoe waren tegelijk ook reden de stad iedere keer weer met een zucht van verlichting te verlaten in de wetenschap dat mijn huis staat in een stad met iets minder drukte en iets minder gedoe, iets meer groen en niet te vergeten de rivier.
Sinds de verkering met de man die ik graag mijn dikkevetteliefde noem, ben ik vaak in Amsterdam. Ik leer Amsterdam op een andere manier kennen en ben langzaam van haar gaan houden. In deze stad zie ik de actualiteit voor mijn neus uitgespeeld worden in het park, op het fietspad en in het centrum. Méér dan in mijn eigen stadje, scherper op de snede. Dat heeft me al zo vaak het gevoel gegeven dat het ertoe doet, dat het leven beter lukt dan uit het journaal blijkt en dat we vaak vergeten dat te belichten.
Maar nog steeds was ik ook iedere keer weer blij de stad te verlaten. Ik vind Amsterdam naast bruisend, gezellig en interessant namelijk ook vies, vol en luid. Nijmegen is een stuk schoner, rustiger en leger en daar vaar ik wel bij.
Sinds een week “woon” ik in het Wolkershuis op de Amstelglorie waar ik aan een nieuwe roman werk. Het Wolkershuis is een klein huisje dat ooit van Jan Wolkers en zijn vrouw was en tegenwoordig wordt beheerd door een fijne groep auteurs/dichters/vertalers en wordt uitgeleend aan andere auteurs/dichters/vertalers om te kunnen werken. Amstelglorie is een van de 40 volkstuinen die Amsterdam rijk is. 40 jawel, veer-tig.
Het is hier ruim, groen en helaas niet stil, want zowel de metrolijn als de A9 razen hier langs, maar het is hier wel rustig. Op een enkele auteursgluurder in de tuin na, zie ik niemand. Het huisje staat midden tussen volle, heldergroene begroeiing met aan de achterzijde een sloot waar de meerkoeten en de eenden rustig in rond dobberen en aan de voorkant een moestuin. De zanglijster voert hier de boventoon. ’s Nachts afgewisseld door de buizerd.
Amstelglorie ligt, zoals de naam al doet vermoeden, vlak naast de Amstel. Als ik hier het pad af fiets in de richting van de stad, sta ik op de brug regelmatig even stil om over de rivier te kijken. Ik houd van rivieren. Dat water dat maar niet stil kan blijven staan, altijd weer door, die steeds veranderende oevers, die kabbelende wolkenbrij daarboven. Het is dat uitzicht, die ruimte die ik doorgaans mis wanneer ik in Amsterdam ben en die er dus gewoon blijkt te zijn! Soms fiets ik een stukje de landerijen op vanuit hier, passeer lome gezinnetjes met los lopende honden aan de oever en vraag me af waarom ik zelf niet heb gedacht dat dat hier natuurlijk ook bestaat! Ik passeer Art Zuid, koop een routekaart en kijk zomaar een prachtige balletvoorstelling in de kerk. Het lijkt er steeds meer op dat Amsterdam álles heeft; grijs én groen, veel én weinig. En als we in de bioscoop zitten, de film is afgelopen en de zaal is leeggelopen is het zelfs even stil. Echt stil.
Amsterdam is zoveel meer dan ik dacht dat zij was. Zaterdag zal ik weer huiswaarts keren. Ik zal in mijn rivier springen en over mijn oevers huppelen, maar nooit meer zal ik opgelucht Amsterdam verlaten. Vanaf nu zal ik altijd weemoedig vertrekken en tegelijkertijd verheugd onderweg zijn.
Prachtig Heidt, ik wordt wel nieuwsgierig hoor. Nachtje logeren, laat ik Kees lekker voor 3 hondjes zorgen! 😉😘