We leven in een maatschappij. Allemaal verschillende mensen bij elkaar. We verschillen in achtergrond, opvattingen, vermogen, kansen, leefomgeving, gezondheid en ga zo maar door. Er zijn er van ons geen twee hetzelfde te ontdekken.

We accepteren die verschillen, althans voor zover dat geen gedoe oplevert. Zodra het wel gedoe oplevert, gaan we rellen over wie er gelijk heeft. We gaan ons best doen de ander te overtuigen ván ons gelijk. We gaan de meerderheid erbij halen om ons gelijk te bevestigen. Maar wat als het eigenlijk gewoon niet bestaat dat gelijk?

We leven in een bizarre tijd en hebben te maken met geheel nieuwe situaties. Situaties die we proberen te handhaven om de leefbaarheid voor een zo groot mogelijke groep te behouden. We zorgen voor elkaar, tenminste dat lijkt de algehele trend te zijn. We willen dat ook graag kenbaar maken, dat we zorgen voor elkaar door binnen te blijven, afstand te houden, te klappen voor het zorgpersoneel. Mooi.

De meerderheid lijkt het ermee eens te zijn dat dat is hoe het werkt in een maatschappij: we zorgen voor elkaar, we leven de regels na. Ik hoor bij die meerderheid. Keurig he?

Het is logisch dat het niet meewerken aan het behoud van de samenleving consequenties met zich meebrengt. Waarschuwingen, bekeuringen, straf. Anders komt de veiligheid voor de meerderheid van de bevolking immers in het gedrag. Hoe die regels eruit zien, laten we bepalen door de regering, die we zelf kiezen. We noemen dat een democratie. Ik ben dolblij met die democratie. Het maakt dat ik mij gehoord voel. Dat ik voel dat ik ergens bij hoor en toch mijzelf mag zijn. Dat vind ik fijn.

Het lijkt zo eenvoudig: we kiezen samen een club mensen die van ons de leiding mag nemen. We beslissen samen hoe de regels eruit zien en wat er gebeurt als iemand zich er niet aan houdt. We betalen gezamenlijk aan de gemeenschappelijke behoeften; aan ons wegennet, het onderwijs, het besturingssysteem, de zorg etc. Iedereen mag daar gebruik van maken. Iédereen. Simpel. Daarmee voorkomen we dat we de rechter gaan uithangen op het moment dat het erom spant, dat we aan het ziekenhuisbed ineens moeten gaan zeggen; nee de oncoloog komt niet naar je longen kijken want je hebt je leven lang gerookt dus zoek het zelf maar uit. Daar doen we niet aan en dat is maar goed ook. Want wie denk je eigenlijk wel dat je bent te beslissen over wat goed is en wat niet?

Wie ben jij om te zeggen dat de roker zijn kans op zorg heeft verspeeld?  En als je dan denkt dat je daarover mag oordelen, hoe denk je dan over de zakenman met de 80 urige-werkweek?  Kan die ook niet terecht bij de hartbewaking? En wat als hij die 80 uur voor Amnesty heeft gewerkt? Ook dan niet? Fijn hè, dat je daarover niet hoeft te oordelen?

Of gaan we het nu tóch doen? Zullen we appjes gaan invoeren aan de hand waarvan we kunnen zien hoeveel mensen erbij elkaar zitten? Op grond daarvan ook nog bekeuren? We zouden daarmee de bewuste keuze maken om dat ongeacht omstandigheden te doen. Op het appje gaat immers niet zichtbaar zijn of er een plastic scherm tussen de apphouder en zijn bezoek zit, of de een de ander aan het trouwen, baren, reanimeren is. Ik overdrijf natuurlijk maar begrijp je het punt?

Geen zorg meer voor de mensen die zich niet aan de maatregelen houden, lees ik vanmorgen op social media. Weet je het zeker als je dat roept? Voel je je sterk genoeg om te oordelen wie er zich wel en wie er zich niet aan de maatregelen houdt? Of ze er voldoende reden voor hebben? Weet je zeker dat je diegene zijn wilt, die uitmaakt wat goed is en wat niet? Ik roep je op er nog eens over na te denken, nog eens en nog eens.

Ik vind ook wel eens iemand een klootzak. Een hufter, een asociale klootviool. Absoluut. Ik denk met enige regelmaat dat iemand het maar lekker zelf moet voelen. Ik heb al herhaaldelijk gedacht dat Trump corona mag krijgen van mij. Maar goddomme, wat ben ik blij dat ik het niet voor het zeggen heb en ik zal faliekant tegen stemmen als we nu gaan zeggen dat als hij het krijgt hij niet verzorgt mag worden! Zorg voor iedereen, ongeacht wat en snel een beetje.

Zolang het eenvoudig is, is het eenvoudig, dat is zo eenvoudig als wat. Maar meestal is het dat niet, en precies daar wordt het link.

Van de klootzak die de ambulancebroeder op zijn bek slaat, zich omdraait en in zijn draai zijn been breekt, zou je kunnen denken; wankel jij maar lekker zelf naar huis. Maar zo evident zullen de meeste gevallen niet zijn. We weten niet wie de klootzak is, wat hem tot klootzak heeft gemaakt, óf hij eigenlijk wel een klootzak is, wanneer iemand eigenlijk een klootzak is en wat de gevolgen zijn.

Het feit dat je denkt dat jij daarover mag oordelen geeft voor mij weer dat je zeker denkt te weten dat je het bij het rechte eind hebt, en precies dáár krijg ik nou de kriebels van. Weet het niet zeker! Twijfel. Denk na. Luister naar een andere mening, zie daar ook weer wat in! Want we weten het geen van allen zeker en dat lijkt me heel menselijk, daarin vinden we elkaar.

We verschillen in achtergrond, opvattingen, vermogen, kansen, leefomgeving van elkaar. Wat we met elkaar gemeen hebben, is het verschil.

Laten we dat respecteren, omarmen, koesteren en nooit, nooit, nooit denken dat de ene toch net iets meer gelijk heeft dan de ander, toch net iets meer recht, toch net iets meer recht om te leven. Nooit.