Ik lees een boek over hechtingsproblematiek omdat me na anderhalf jaar van heen en weer geslingerd worden tussen samen een huis kopen en elkaar nooit meer zien, tussen vier keer per dag bellen en vergeten worden, tussen je bent de liefste en ik haat je me wel duidelijk is dat minstens één van ons twee niet geheel in balans is als het gaat over de liefde, vertrouwen en in staat zijn tot hechting. Aangezien ik aan zijn deel van de deal niet kan werken, besloot ik mijn eigen aandeel eens onder de loep te nemen. Er wordt mij veel duidelijk.

De titel van het boek ‘Houd me vast’, is een vrij duidelijke boodschap . Het impliceert dat duidelijkheid de oplossing is voor het probleem en zo eenvoudig is het ook. Dus als je vastgehouden wilt worden, zeg je gewoon: houd me vast. Dan doet ie dat, word jij lekker warm, en kan iedereen weer verder. Een kind kan de was doen. Jammer alleen dat ik doorgaans niet direct in de gaten heb wannéér ik vastgehouden wil worden. Sterker nog, het houd-me-vast-gevoel, is bij mij een beetje in de war met het krijg-de-tering-gevoel. Het lijkt in elk geval bijzonder sterk op elkaar en dat helpt niet.

De mensheid kan verdeeld worden in drie categorieën. De eerste is de categorie die gewoon voelt wat ie werkelijk voelt en dat exact zo weet te formuleren. De tweede die voelt het tegenovergestelde van wat ie werkelijk voelt en weet dát exact zo te formuleren en de derde categorie vraagt zich verbaast af waar zijn gevoel nu toch ineens is gebleven en gaat vrolijk verder met zijn werk. De kunst is dus niet alleen om duidelijk uit te spreken wat je behoefte is maar eerder nog; om erachter te komen wat die behoeften nu werkelijk zijn. En zo kun je dus nogal eens tot de conclusie komen dat je door diegene die je zojuist de takketering hebt gewenst, eígenlijk vastgehouden wilt worden. Kom daar maar eens uit.

Ik ben de koude boshut ontvlucht en zit tijdelijk op een boerderij in Drenthe. Het is warm, gezellig en ik kan er ongelofelijk lekker doorwerken. Het leven is hier duidelijk. Vanmorgen werd ik wakker door de kat die tegen de deur aan krabde, ze zei: laat me eruit. Toen ik opstond en met mijn slaperige hoofd naar de badkamer wankelde, blokkeerde de hond de doorgang; hij zei: haal me aan. Zodra ik het licht aanknipte, begonnen buiten de paarden te hinniken; ze riepen: voer me.

Het is zonneklaar wat me te doen sta, en ik doe het. Ik laat uit, ik haal aan, ik voer, en ik doe alles met liefde. Ik krijg ook precies terug wat ik nodig heb. Een wandeling, een frisse wind door mijn hoofd, het geknisper van de sneeuw onder mijn laarzen, een warme staart van de poes, een lik van de hond en een paard die zijn hoofd in mijn nek legt en mij, ongevraagd zowaar, even vasthoudt.